Land
Na miljoenen jaren van rondzwerven heeft het Iberisch Schiereiland (Spanje en Portugal) zich 70 miljoen jaar geleden aangesloten aan de rest van het Europese continent. De belangrijkste bergketens van Spanje en Portugal zijn ontstaan door een botsing met het Europese en Afrikaans continent. Een voorbeeld hiervan zijn de Pyreneeën. Door het ruige landschap is niet alleen het lot van Spanje veranderd maar zijn er tijdens de middeleeuwen ook kleine staten ontstaan.
Meseta. Het in het midden van Spanje gelegen Meseta, neemt ongeveer 40% van het land in en is op een paar steden na het dunst bevolkt. Dit gebied wordt veel gebruikt voor het telen van graan. De Meseta is een erg droog gebied met warme zomers en koude winters, een bijzonder klimaat dus. Het gebied heeft veel heuvels en wordt in tweeën verdeeld door de centrale bergketen Cordillera. Ook stromen er drie van de vijf grootste rivieren van Spanje door de Meseta richting Portugal, waar ze uiteindelijk uitmonden in de Atlantische oceaan. Om een deel van het land van water en elektriciteit te voorzien worden er dammen aangelegd.
Bergen. Overal, behalve aan de westkant, wordt de Meseta omringd door gebergtes. In het noorden van de Meseta ligt het vochtige Cantabrisch (Cantabrië) gebergte met een top boven de 2500m in Picos de Europa. Het Iberisch randgebergte loopt af vanaf het noordelijk centraal gelegen La Rioja naar het zuidelijk gelegen Aragon, met een top van 2316m in Sierra del Moncayo, welke ten noorden van Andalusië loopt. In de uiteindes van Spanje zal je uiteindelijk de hoogste punten van het land vinden. Zo liggen aan de Franse grens de Pyreneeën, die 400km lang zijn en meerdere pieken hebben die boven de 3km uitkomen, zoals in Catalonië en Aragon. Het hoogste punt van de Spaanse Pyreneeën is Pico de Aneto met een hoogte van 3408m. In Sierra Nevada ten zuidoosten van Granada ligt de Cordillera Bética met in Mulhacén het hoogste punt, met een hoogte van 3479m. Dit is het hoogste punt van het Spaanse vasteland. Het hoogste punt van heel Spanje is echter niet op het vaste land te vinden maar op Tenerife, één van de Canarische eilanden. Het gaat hier om El Teide, met een hoogte van 3718m.
Laaglanden. Rondom de bergen in Spanje zijn nog 5 lager gelegen gebieden te vinden. Het stroomgebied van de Rio Ebro, Spanje’s grootste rivier, strekt zich uit van het noorden naar de Middellandse zee, waardoor er een verscheidenheid aan gewassen ontstaat. De lager gelegen Ebro gaat door Catalonië, welke vooral bestaat uit lagere bergen. Verder naar het zuiden kom je bij de kustgebieden van Valencia en Murcia. Dit zijn droge kale gebieden die door irrigatie zijn veranderd in groene gebieden. Het stroomgebied van Spanje’s vijfde rivier, de Guadalquivir loopt door centraal Andalusië. In de zomer ligt de temperatuur hier hoog, met een dagelijks gemiddelde temperatuur van 36 graden Celsius in Sevilla, in de maanden juli en augustus. Bekijk daarom goed de klimaat kenmerken van deze regio, voordat je besluit hier naartoe te gaan. In het noordwesten ligt de regio Galicië waar het voornamelijk regenachtig is en ook hier is het landschap dan ook erg groen.
Kusten. De kustlijn van Spanje is net zo gevarieerd als het binnenland van Spanje. De Middellandse Zee kust heeft afwisselende inhammen en rechte stukken met een aantal lange stranden, waar het toerisme zich enorm ontwikkeld, zoals op de Costa del Sol. In de maanden juni en oktober ligt de temperatuur langs de Middellandse Zee tussen de 19 en 20 graden Celsius en in periode juli t/m september ligt de temperatuur tussen de 22 en 25 graden Celsius. Rond de Balearische eilanden en Alicante ligt de temperatuur zelfs nog iets hoger. De Atlantische kust is wat koeler, maar heeft ook witte zandstranden. Het is dan ook heerlijk om daar te verblijven. De Costa del la Luz, welke loopt vanaf de staat van Gibraltar tot aan de Portugese grens, heeft een zeer mooi en lang wit zandstrand.